Recensie: Passage naar Rome

door Tycho Maas

Godfroy, F. Passage naar Rome. De opzienbarende bekeringsreis van koningin Christina van Zweden 1654-1655, Uitgeverij IJzer: 2022, 448 blz.


De ongrijpbare Christina van Zweden blijft fascineren. Ze was de eerste vrouwelijke monarch van Zweden, maar deed in 1654 afstand van de troon. Direct daarna liet ze haar lutherse vaderland achter zich, maakte met een omvangrijk gevolg een grand tour naar Rome en bekeerde zich tot het katholicisme. Eenmaal gevestigd in Rome joeg ze oude bondgenoten in half Europa tegen zich in het harnas en probeerde ze met steun van enkele overgeblevenen om staatshoofd van Napels te worden. Dat mislukte, en op 19 april 1689 blies ze in de Eeuwige Stad haar laatste adem uit.

Passage naar Rome zoekt aansluiting bij de klassieke vragen uit het Christina-onderzoek: waarom deed ze afstand van de troon en waarom bekeerde ze zich tot het katholieke geloof? Daartoe reconstrueert Frans Godfroy, die eerder de vluchtroute van Hugo de Groot van Loevestein naar Antwerpen reconstrueerde, Christina’s anderhalf jaar durende reis door Europa, van Stockholm naar de Pauselijke Staten. Het was hoog tijd voor een dergelijk boek: sinds het verslag van chroniqueur Galeazzo Gualdo Priorato, dat kort na Christina’s aankomst in Rome werd gepubliceerd, is er geen boek meer verschenen met haar reis als rode draad. Deelstudies, zoals over het Italiaanse deel (door Sforza Pallavicino) handelen beperkt over het grotere verband van haar reis. Zo ook de twee onderzoeken naar haar verblijf in de Spaanse Nederlanden (door Charles de Burenstam en Diederik Lanoye), waarvoor Christina toch nogal een omweg maakte. Godfroy: ‘Wanneer je al die plaatselijke geschiedenissen als kralen aan het snoer […] aan elkaar zou rijgen, zou er toch een indrukwekkend reisverhaal uit tevoorschijn moeten komen’. 

Europa ‘Via’ Christina

Passage naar Rome is inderdaad een indrukwekkend reisverhaal geworden, waarbij zowel de reis als Godfroys reconstructie ervan indrukwekkend zijn. Godfroy heeft de route van Christina opnieuw afgelegd, zo goed en zo kwaad als ging tijdens de coronajaren. Een grote verdienste van het boek is dan ook de website die erbij hoort (viachristina.nl), waarop Christina’s route is verdeeld in negen etappes plus de zegetocht bij haar aankomst in Rome. De uitstekende digitale verzorging, met onder meer downloadbare kaarten voor wandelaars en fietsers, maakt het boek meer dan aantrekkelijk als achtergrondwerk of gespecialiseerde reisgids voor de Rome-pelgrim en Romeganger, hoewel de hoofdstukken in het boek niet per se overeenkomen met de etappes op de website.

Reizen met Christina is voorzichtig laveren tussen bevriende vorstenhuizen en vijandige staten. We lezen haar beleefde doch dringende verblijfsverzoeken aan voorliggende steden en staten, en strategische bedankbriefjes naar voorbije. Zo dringt zich de vraag op waarom haar bekering precies in Innsbruck moest worden ingezet, terwijl ook niemand minder dan de koning van Spanje, de keizer van het Heilige Roomse Rijk en de aartshertog van de Spaanse Nederlanden zich via hun gunsten tot ingewijden hadden gemaakt. En hoe diep ging eigenlijk de politieke dimensie van haar vriendschap met paus Alexander VII, die haar bekering bekrachtigde en de dag van haar officiële intocht in Rome tot feestdag uitriep (23 december 1655)?

Christina laat in haar uitvoerige correspondentie helaas niet zo makkelijk het achterste van haar tong zien, en Godfroy – journalist van beroep – laat zich niet verleiden om te lezen wat er niet staat, en  blijft dicht bij de historische feiten. Hij positioneert Christina terecht stevig in een Europa dat net uit een van de ingrijpendste en gecompliceerdste militaire conflicten uit haar geschiedenis kwam. De Vrede van Westfalen (1648) had een einde aan de Dertigjarige Oorlog gemaakt, maar had tegelijkertijd duidelijk gemaakt dat zelfs een gedeeltelijke vereniging van kerk en staat in de praktijk onhoudbaar zou zijn: felle godsdiensttwisten en een gebroken Habsburgse hegemonie dwongen een nieuw evenwicht in Europa af. Het leest in Godfroys weergave allemaal prettig als een onderhoudende journalistieke analyse.

In dit wankele status quo komt Christina tot leven doordat Godfroy minutieus alle bronnen naast elkaar heeft gelegd die hij in archieven en bibliotheken onderweg kon vinden. Daarbij laat hij de lezer meer dan genoeg ruimte om de informatie over de koningin van een interpretatie te voorzien. We weten bijvoorbeeld dat Christina schreef dat ze mannen meer geschikt vond om te regeren dan vrouwen en ook dat ze vaak werd afgebeeld in mannenkleren en op een mannelijke wijze – iets dat het kleurkatern in het boek prachtig aanschouwelijk maakt. Daarbij was ze pas 27 toen ze abdiceerde en zich bekeerde. Was haar bekeringsreis niet ook een veel bredere zoektocht naar zichzelf, een veelkantige pelgrimage, een poging tot heroriëntatie in een tastend Europa? Met haar bekering tot het katholicisme stond ze in de zeventiende eeuw bovendien bepaald niet alleen. Maar waarom dan juist dát geloof, en díe kerk?

Ik geloof dat ik geloof

Die vraag houdt in Passage in Rome helaas veel open eindjes. Het geloof blijft vooral het instituut ‘Kerk’ dat zich in het vroegmoderne Europa probeerde te handhaven naast bijvoorbeeld instituten als het politieke en adellijke. De persoonlijke betekenis ervan voor Christina blijft daarbij in het midden, al geeft Godfroy er soms zijn persoonlijke indruk over, zoals hier:

Twee eeuwen voordat Karl Marx godsdienst ‘opium van het volk’ noemde, had zij [Christina] al ontdekt dat de religies er hoofdzakelijk waren om het volk in het gareel te houden, wat zij, anders dan Marx, een goede reden vond om dat zo te houden. […] [J]e kon toch eigenlijk niet functioneren als je niet bij een godsdienst behoorde. Daarom had ze voor het katholicisme gekozen: dat was nog het minst absurd. (355)

De omkering van de chronologie in deze redenering en de negatieve keuze overtuigen niet. Maar in een brief van Christina – die trouwens om een andere reden wordt aangehaald – komen we misschien wel het dichtst bij een antwoord dat we in haar ego-documenten kunnen vinden.

Als men katholiek is, heeft men de troost te geloven wat zo vele grote geesten zestien eeuwen lang hebben geloofd en heeft men het geluk tot een religie te behoren die is bevestigd door miljoenen wonderen en door miljoenen martelaren die hun leven hebben geofferd voor de katholieke waarheden. (358)

In haar brieven laat Christina soms delen van zichzelf zien. Ik moest een ogenblik denken aan de brieven van Gerard Reve en de hoogstpersoonlijke, troostrijke manier waarop hij duidelijk maakt dat hij zich niet kán verantwoorden voor zijn katholicisme omdat hij katholiek is bij genade, en omdat een waarheid (in tegenstelling tot een feit) iets is dat niet bewezen, nog weerlegd hoeft te worden. Tegelijkertijd kreeg ik het vermoeden dat Christina’s bekering óók gestuurd werd door een verlangen naar hernieuwde politieke macht, letterlijk aan de andere kant van luthers Zweden. Haar poging om staatshoofd van het koninkrijk Napels te worden zich op die manier goed laat verklaren – maar Godfroy speculeert hier niet over.

Besluit

Passage naar Rome biedt meer dan genoeg Christina en vroegmodern Europa om zowel de incidentele, als de meer geïnteresseerde Romeganger aan het denken te zetten. Haar geloof is slechts een van de vele paden die Godfroy daarvoor aanwijst. Een ander pad dat bijvoorbeeld uitnodigt tot nadere verkenning is haar liefde voor muziek en theater. Ik zou enorm benieuwd zijn naar een meer letterkundige analyse of interpretatie van de vele muziekavonden waarop Christina onderweg telkens getrakteerd werd. Wat moeten we denken van een zes-en-een-half-uur durend gelegenheidsstuk met ballet en aria over oorlog, liefde, en de zoektocht naar een geroofd koningskind? Wat van een laudatio op Christina, als beurtzang van de zeenimf Thetis in een schelp en de liefdesgod Amor op een wolk? Wat van de vele sonnetten en liefdesgedichten die de vorstin van hoogwaardigheidsbekleders ontving? Godfroy noemt dirigenten, muziekstukken, en neemt tekstgedeelten uit opera’s en liederen op, maar dan is de lezer aan zet.

Passage naar Rome biedt de frisse invalshoek van een vrouwelijke monarch op de vroegmoderne Europese geschiedenis. In deze historische roman annex historische biografie annex website zien we Christina van Zweden worstelen met de wereld en haar plek daarin. Was ze eigenzinnig, grillig, soms politiek berekenend? Was ze eenzaam, in haar land en binnen haar familie, en bood de Kerk daarin soelaas, en zag ze in Napels een nieuwe start? Zocht Christina niet alleen in de eredienst, maar ook in het theater een katharsis? Of trad ze af en bekeerde ze zich vanwege al het bovenstaande, en meer?

Odoo + afbeelding en tekst

Bronnenlijst

De Burenstam, Ch. La reine Christine de Suède à Bruxelles et à Anvers, Brussel: 1891. 

Gualdo Priorato, G. Historia della Sacra Real Maestà di Christina Allessandra, Regina di Svetia &c., Rome: 1656.

Lanoye, D. Christina van Zweden. Koningin op het schaakbord Europa 1626-1689, Leuven: 2001.

Pallavicino, S. Descrizione del primo viaggio fatto a Roma della Regina Christina Maria, Rome: 1838.


Godfroy, F. Passage naar Rome. De opzienbarende bekeringsreis van koningin Christina van Zweden 1654-1655, Uitgeverij IJzer: 2022, 448 blz.


Tycho Maas, oktober 2022, t.a.j.maas@uu.nl