Recensie: Spiegels van Rome - gids in zeven eeuwig actuele thema's

door Sven van Houdt

Sandrina Bokhorst, Spiegels van Rome: gids in zeven eeuwig actuele thema's

Sterck & De Vreese

344 pagina's, met illustraties

€ 39,90

We verwelkomen Spiegels van Rome: gids in zeven eeuwig actuele thema’s. Auteur en gids in Rome Sandrina Bokhorst deelt al sinds 2006 verhalen over de geschiedenis met bezoekers aan onze geliefde stad. ‘Iedereen kijkt naar de Eeuwige Stad op zijn eigen persoonlijke manier’, lezen we in haar inleiding, dus moet je in al die overweldigende historie een ‘kompas’ vinden in jezelf. De auteur biedt ons met deze gids een kompas aan in de vorm van een spiegel en ‘wie in de spiegel kijkt, ziet zichzelf.’ Eens even kijken. 


Het boek overziet als de zeven heuvels van de Eeuwige Stad zeven actuele thema’s: veerkracht, kennis, gender, het Colosseum, toerisme, leiderschap en ‘het einde’. Door deze thematische opzet kunnen de hoofdstukken ook afzonderlijk gelezen worden. We ontdekken dat elk van deze thema’s, in allerlei gedaantes, een geschiedenis kent in die van Rome. Zo wordt het verleden actueel en kan  het dienen om te reflecteren op onze hedendaagse opvattingen. Het boek is fris vormgegeven, voorzien van aansprekende foto’s – we zien hierop bijvoorbeeld veel spiegels van ‘onszelf’ als toerist bij de monumentale highlights. In de tekst staan deze highlights geel gemarkeerd en ze zijn eenvoudig terug te vinden in het afsluitende gedeelte van elk hoofdstuk waarin een rondleiding is uitgezet. 


We spreken onze veerkracht aan voor het eerste van de zeven thema’s. Wat is veerkracht? Die begint voor Sandrina Bokhorst op het Capitool, waar men in één blik alle eeuwen van Rome in de heruitgevonden gedaanten kan overzien. Zo lezen we: de stad van Caesar en Augustus wordt de stad van Petrus en Paulus. Rome heeft zich ‘op de vleugels van dit verhaal’ kunnen handhaven, een voorbeeld van veerkracht. De spiegeling volgt. ‘In de moderne opvattingen over veerkracht is het fundamenteel dat leiders een passend verhaal vertellen, dat ook door volgers onderling wordt gedeeld.’ Dit soort zinnen vraagt om onmiddellijke uitwerking of onderbouwing willen ze niet retorisch aandoen. Zo lazen we toch dat het naast moderne opvattingen over veerkracht ook in oudere opvattingen fundamenteel was een passend verhaal te vertellen dat door volgers wordt gedeeld? Hoe worden oud en nieuw dan precies gespiegeld in het thema veerkracht? De spiegel blijft wat in de lucht hangen. Ook in andere hoofdstukken is er ruimte voor aanscherping.


Wat bijvoorbeeld volgt is een retorische opmerking dat elke geschiedenis contemporaine geschiedenis is. Zeker, maar dat kan ook weer doorslaan. We krijgen dan bijvoorbeeld zinnen als ‘Het doel was meer efficiency, schaalvergroting en toezicht.’ We hebben het nu over paus Gregorius I. De residentie van de paus wordt ‘hoofdkantoor van de organisatie’. Het doet wat kolderiek aan. ‘Het was Paulus III […] die uiteindelijk met veel moeite de neuzen weer één kant op wist te krijgen.’ Aldus gaat men op ‘heisessie’ (concilie) in Trente. Hierop volgt een warm bad aan kunstgeschiedenis over wat er allemaal te zien is in de Santa Maria in Trastevere die de heisessie in fresco’s heeft vastgelegd. De uitkomst van het Concilie van Trente is evenwel een ‘product’, waarvan Karel V een stakeholder is. Dit soort zinnen en taalkeuzes – bol van Engelse termen – op het verleden projecteren om die, naar ik aanneem, meer aanspreekbaar te maken doen mij geforceerd aan. Werkt dit? Een spiegel nodigt per slot van rekening uit beter te zien. Het leidt deze lezer af…


Maar misschien moeten we niet al te streng zijn en mogen we ons bij dit alles gewoon een glimlach veroorloven. De verhalenverteller heeft immers baat bij sprezzatura. Zo kan een befaamde, kansarme kerstboom in Rome toch nog een succesvolle ‘carrière’ hebben. Geeft een bibliothecaris van Pergamon masterclasses. Caesar betreedt het forum in comfortabele house-dress. De moord op Caesar blijkt verandermanagement. Augustus is een transformer. Tijdens de Saturnalia waren er elke dag diner parties bij mensen thuis. Een middeleeuwse wetenschapper kan ‘totaal out-of-the-box’ denken. Het Miserere, een exclusief muziekstuk van Allegri, blijkt een bedrijfsgeheim van het Vaticaan. De ‘bekendste Latijnse sound bites aller tijden: veni, vidi, vici – [is] ook wel de kortste management-summary in de geschiedenis genoemd’. Of, last but not least, militaire campagnes werden gevoerd onder de slogan Make Rome proud again


We komen to the point. We hebben in dit boek in wezen te maken met gesproken zinnen. Dus misschien mogen we onze tourguide een en ander vergeven. Het gaat erom de toehoorder aan te spreken, de naald van het innerlijk kompas te beroeren. Zo komen andere zinnen – storytellerzinnen – sterk uit de verf: ‘Als je de [Sixtijnse] kapel binnenkomt – zoals alle toeristen – aan de kant van het altaar, draai je je om en bam… de lichamen buitelen over je heen. De vraag dringt zich op of je zelf binnen of buiten het fresco staat. Heb je voldoende gedaan om aan de goede kant te komen?’ Geweldig: we hóren Sandrina en worden het Laatste Oordeel ingetrokken! 


Misschien spiegelt Bokhorst zich stiekem wel aan Ammianus Marcellinus, de reisleider wiens tour ‘niet eens zo heel erg verschillend van een hedendaags toeristisch programma’ is. De Romein hield destijds zijn publiek de stad voor met ‘thermen die zo groot lijken als provincies, het Colosseum dat zo hoog is dat je met het oog bijna niet het hoogste punt haalt. Niets kan zich met Rome meten.’ Jawel, hier ronkt de verhalenverteller.


Bokhorst is wat kennis aangaat overigens sterk gewapend. Ze voert ons met speels gemak door onbekend Rome. Zoals dat van de markies Palombara en zijn mysterieuze erfenis van de Porta Magica, het enige tastbare symbool van de wijdverbreide praktijk van de alchemie in de 16e en 17e eeuw. We komen bij de jezuïeten in het Collegio Romano. We maken kennis met Jan Teding van Berkhout en met het einde van de ‘uitvinder van tijdperken’ Flavio Biondo. En het Casino Massimo is ‘misschien wel de laatste hidden gem’ van Rome. We ontmoeten vrouwelijke mecenassen in de kerkgeschiedenis aangevoerd door Marcella, dat een geweldig verhaal oplevert waarmee je wist-je-dat..!-roepend thuiskomt. En zelfs het overbekende Colosseum gaat in de hele uiteenzetting van deze auteur toch weer tot de verbeelding spreken. En als je daarin slaagt komen wij reizigers ook weer met verhalen terug. Het ‘kijk-eens-waar-ik-geweest-ben’ is altijd een belangrijk aspect van reizen geweest, zo lezen we. Sprezzatura, denk ik dan: serum voor het vermelde ‘toccata e fuga’-toerisme. Heerlijke vondsten.


De auteur levert aldus een speelse en uitnodigende Romegids. Het hoort een beetje bij de sprezzatura van de storyteller, dat niet alle thema’s en reflecties hierop even scherp gedefinieerd, uitgewerkt of uitgediept zijn. Bokhorst stelt ook zelf op zoektocht te zijn en geen pasklare antwoorden te bieden. Het resultaat is daarmee soms een beetje all over the place… Maar voor wie een dwaalstad als Rome spiegelt is dat wellicht onvermijdelijk, het gaat er immers om in dat encyclopedisch mêlee een innerlijk kompas te vinden. Zo slaagt de missie van de gids: we komen op verassende plekken en maken kennis met nieuwe gezichtspunten. Noem mij nu eens een reiziger die dat niet zou wensen.

in
Recensie: Paestum - Stad van Godinnen
door Leonie Sterenborg & Pax Veerbeek